De Aardappeleters waren aardpeereters en bovendien guerrilla gardeners

Gepost op 1 april 2013 door Gaigien

Een exclusief interview van De Groene Vinger met archeo-diëtist Bert van Dijk.

In vette kapitalen was het vrijdag te lezen bij Metro nieuws: ‘De Aardappeleters heet verkeerd’. Exclusief bij De Groene Vinger een interview met Bert van Dijk die de eetgewoonten van de plattelandsbewoners in de Brabantse Peel in de 18de en 19de eeuw onder de loep nam. De gedreven onderzoeker ontdekte wat de oorspronkelijke ‘aardappeleters’ precies op tafel hadden staan.

De keuken van het boerderijtje van archeo-diëtist Bert van Dijk in Meijel aan de rand van het nationaal park De Groote Peel ziet eruit alsof het in een tijdmachine van de negentiende eeuw naar nu is geteletransporteerd. Brabants bonte gordijntjes, grote koperen pannen aan de muur, een stenen aanrecht met enkel een koudwaterkraan. Wat vooral opvalt is de totale afwezigheid van moderne keukenapparatuur. Het is een bewolkte koude middag, het voorjaar lijkt nog ver weg.

Bert van Dijk

Archeo-diëtist Bert van Dijk

GV: U noemt zichzelf archeo-diëtist, heeft u dat zelf verzonnen?
BvD: Dat klopt, het is gewoon de beste omschrijving voor wat ik doe. Ik ben experimenteel archeoloog, het gaat mij om de hele cultuur rondom historisch voedsel, maar dan wetenschappelijk verantwoord.
Als wij nou eens meer zouden weten van wat onze voorouders aten dan kon daar weleens de remedie te vinden zijn tegen de obesitas-epidemie die nu over de wereld raast. Mijn focus binnen de archeo-diëtiek ligt in het bijzonder op vergeten groenten. Al is dat natuurlijk een onhoudbare term. Je komt bij dergelijk onderzoek al snel bij de aardpeer uit.
Er zijn genoeg mensen leuk in de weer met oude kookschriftjes. Ze huren de keuken van een historisch gebouw, een kasteeltje of zo en dan organiseren ze een leuke avond met een flesje wijn en zo wat van die dingen. Wetenschappelijk gezien gaat dat nergens over. Recepten die tientallen jaren van elkaar verwijderd zijn worden op dezelfde avond gegeten. Groenten uit heel Europa schuiven dan over tafel met exotische ingrediënten waarvan geen enkele Brabantse boer ooit van gehoord had.

Het vuur spuit uit de ogen van Van Dijk en bij de exotische ingrediënten slaat zijn vuist op tafel. Zijn passie is bijna intimiderend voor een verslaggever die zijn kinderen weleens naar MacDonald’s meeneemt.

BvD: Wat mij echt woedend maakt is die criminele oppervlakkigheid waarmee dit onderwerp benaderd wordt. We zijn gek geworden, we zijn de weg helemaal kwijt, we moeten weer terug naar de wijsheid van het Brabantse boertje. Slow food, daar ben ik het helemaal mee eens, en dan uit de eigen omgeving met lokale producten, zoals aardpeer.

Van Dijk loopt naar het aanrecht en pakt twee grote glazen. “Wil jij ook een glas water? Het komt uit de pomp hier op het erf, je hebt nog nooit zoiets gedronken.” Gulzig slaat Van Dijk twee grote glazen achterover. Mij smaakt het een beetje te gronderig.

BvD: Je ziet op deze plek mijn verbondenheid met de Peel en de bewoners van toen die werkelijk op heroïsche wijze probeerden te overleven onder de druk van meneer de pastoor en de notabelen van die tijd. Kijk, de keuken is voornamelijk praktisch voor mijn experimenten met wat mensen toen aten en hoe ze het bereidden. In de boeken vind je daar niks van terug, dus moet je wel terugvallen op experimentele archeologie. Ik heb hier wat aardperen lopen schillen, je hebt geen idee! Toen ontdekte ik de opmerkelijk flatulerende werking van de aardpeer.

GV: U bedoelt dat je er winderig van wordt?
BvD: Ja, vandaar ook die gezwollen buiken op het schilderij van die Van Gogh. Dat is geen hongeroedeem, dat is een bijwerking van de aardpeer.

GV: Hoe zouden de arme boeren aan aardperen zijn gekomen? Verbouwden ze het als gewas op hun akkers?
BvD: Sommigen, maar meestal pootten ze de topinamboer (de aardpeer, red.) op onvruchtbare plekken waar verder niks wilde groeien. Of op stukken niemandsland waar toch niemand zich om bekommerde. De topinamboer groeit overal en stelt weinig eisen.

GV: Interessant. Tegenwoordig zou je dat ‘guerrilla gardening’ noemen.
BvD: Wat is dat?

GV: Planten kweken tussen het openbaar groen, waar het eigenlijk niet mag, maar waar plek genoeg is.
BvD: Ja, als je het zo zegt, dan zou je het ‘guerrilla gardening’ kunnen noemen.

GV: Dus ‘De Aardappeleters’ waren ‘guerrilla gardeners’?
BvD: Ja, avant la lettre.

BvD: Kijk, het gaat mij helemaal niet om die Van Gogh. Als zoontje van een predikant had hij natuurlijk helemaal geen idee van de worsteling van die arme keuterboertjes om hun maag vol te krijgen. Ik weet zeker dat hij nooit aardpeer heeft gegeten. Voor hem was een aardappel al armoedig genoeg. Wist hij veel als rijkeluis-jochie!

GV: Beschuldigt u Van Gogh nou van effectbejag, van misbruik van de ellendigheid van die boertjes?
BvD: Het gaat mij helemaal niet om die Van Gogh en ik kan zijn schilderijen best waarderen hoor. Wist jij dat de aardpeer verwant is aan de zonnebloem? Het zijn allebei leden van de Helianthus familie, de aardpeer is de ‘Helianthus tuberosus’. Gek toeval; eigenlijk als je er over nadenkt: de man die beroemd is geworden met zonnebloemen had nooit in de gaten dat hij aardperen aan het schilderen was. Een plant van dezelfde familie.

————-

Geïnteresseerd geraakt in de aardpeer? De topinamboer staat in november centraal tijdens het Aardpeerfestival 2013, het tweede social media event rond deze groente die maar niet in de vergetelheid wil wegzakken. Tijdens dit festival wordt de Gouden Aardpeer wisseltrofee uitgereikt en archeo-diëtist Bert van Dijk zal een presentatie over zijn aardpeeronderzoek geven. Kijk voor meer informatie op aardpeerfestival.nl.