Laat Physarum maar schuiven
Gepost op 12 november 2013 door Gaigien
Hoe slim is de slijmzwam?
Op de tentoonstelling Biodesign in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam zijn allerlei wonderlijke kruisbestuivingen te zien tussen natuur, kunst en wetenschap: een vloer gemaakt van slakkenpoep, zelfhelend beton en een airco die gebruik maakt van plantenwortels om de lucht zuiveren. Maar het meest onder de indruk ben ik van de slijmzwam – een eencellig organisme dat plant, dier noch schimmel is maar zich wel verbazingwekkend intelligent gedraagt.
In het museum ontmoet ik Heather Barnett, een kunstenares die onderzoek doet naar wat mensen kunnen leren van slijmzwammen. Ze lijkt wel een beetje verliefd op haar studieobject. Nadat ik de slijmzwam in een filmpje elegant door een doolhof heb zien glijden, snap ik waarom. Op zoek naar voedsel breidt een neongele drilpudding zich langzaam uit, vertakt zich en trekt zich terug. Wat er overblijft, is een netwerk van gele kruipsporen, die voedselbronnen met elkaar verbinden. Best knap voor een eencellig organisme zonder brein.
Barnett vertelt me dat de slijmzwam over een primitieve vorm van intelligentie beschikt die ook de interesse van wetenschappers heeft gewekt. Ze laten de Physarum polycephalum zelfs moeilijke puzzels oplossen, zoals een spoorweg ontwerpen voor Tokio. De onderzoekers legden daarvoor havervlokken op de kaart waar stedelijke concentraties zijn. Omdat er weleens een berg in de weg staat, moest de slijmzwam bij het ontwerpen ook rekening houden met obstakels. In het experiment werden de voor treinen onbereikbare gebieden verlicht. Daar houdt de slijmzwam niet van en die zal zo’n gebied dus vermijden. Vervolgens keken de onderzoekers toe hoe de slijmzwam de havervlokken (stations) met elkaar verbond. In 26 uur tijd had de slijmzwam een perfect efficiënt spoorwegnetwerk aangelegd dat ook nog eens verdacht veel leek op het bestaande spoorwegnetwerk. Het leverde de onderzoekers een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Science op en de slijmzwam eeuwige roem.
Nu is natuurlijk de vraag: welke vraagstukken kunnen we slijmzwammen nog meer voorleggen? Heather Barnett werkt samen met het Britse Centre for Unconventional Computing waar ze de kunst van het netwerken van de slijmzwam afkijken om bijvoorbeeld beter te kunnen voorspellen hoe epidemieën zich verspreiden. Nu leven slijmzwammen nog op vermolmd hout en tussen rottende bladeren, maar wie weet bemannen ze straks wel de luchtverkeerstoren van Schiphol.
De Physarum polycephalum komt helaas niet in de Nederlandse natuur voor. Ik zeg: nog niet. Want ik strooi straks wat havervlokken in de tuin en dan komt die gele slijmzwam vanzelf wel naar ons toe gekropen.
De Groene Vinger in de Volkskrant, 12-10-2013